TT-festival bijdrage 4 december 2014
In de begeleidende brief staan vragen geformuleerd, die in het opiniërend blok zijn gesteld. De beantwoording roept enkele opmerkingen en vragen op. De PvdA fractie is blij met de positieve grondhouding en betrokkenheid van de belanghebbenden. Althans voor zo ver de belanghebbenden zelf zijn geïnformeerd en gehoord.
Uit een brief van de Koninklijke Horeca Nederland van 2 december 2014 blijkt, dat zij in de vergetelheid zijn geraakt. Graag krijgt de PvdA fractie opheldering over het buitensluiten van deze koepelorganisatie.
Buiten deze omissie is de PvdA fractie in grote lijnen tevreden over de aangekondigde aanpak voor het komende jaar, hoewel de PvdA fractie in detail nog niet weet hoe en door wie de kar zal worden getrokken. In de wandelgangen circuleren namen van mensen, die in het verleden veel hebben betekend voor de organisatie van het TT-feest. Wordt op die mensen een beroep gedaan? Verder vraagt de PvdA fractie zichaf, waarom wordt gekozen voor een externe procesbegeleider, terwijl de gemeente een evenementencoördinator in dienst heeft.
Het overzicht van de financiële afwikkeling, die het College aanlevert, is van beperkte mate en geeft geen antwoord op de gestelde vragen. Gevraagd is naar de verantwoording van de stichting, inclusief dat van het bedrijf van Heilbron en dat kunnen we pas in een later stadium verwachten. Waarom dat niet eerder kan, is voor de PvdA fractie onbegrijpelijk. Of is van Heilbron helemaal niets meer te verwachten, nu het bedrijf is uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel? En wat mogen wij verwachten van de stichting, waarvan de leden zijn opgestapt?
In die verantwoording moet blijken wat er nog over is van het buffervermogen. Wanneer uit de eindverantwoording blijkt, dat er mogelijk sprake is van onbehoorlijk financieel handelen, wat heeft het College dan in petto en wat vindt de raad van wat er dan moet gebeuren?
Omtrent de financiële gevolgen van de organisatie, die vers achter ons ligt, vraagt de PvdA fractie om de toezegging van de wethouder, dat de gemeente en de nieuwe organiserende stichting expliciet is gevrijwaard van eventuele betalingsverplichting, die is veroorzaakt door de organisatie in 2014.
Het aangeleverde plaatje roept een vraag op over de gemaakte juridische kosten. Wat is hierin het aandeel geweest van de ambtelijke juristen, die in dienst zijn van de gemeente? Dezelfde vraagtekens staan bij de fiscale advisering. Had dat met de veronderstelde kennis, die we hier in huis hebben, niet goedkoper gekund?
Maar goed, het is natuurlijk gemakkelijke praat achteraf, wat doet denken de filosoof, die verkondigde, dat van alle treurige woorden deze het treurigst zijn: “het had kunnen zijn”
Luc Rengers