Door op 6 september 2013

Lijfrente opeten in geval van bijstandsuitkering?

Na een jarenlang dienstverband is een vrouw “wegbezuinigd”. Met haar werkgever trof zij een afscheidsregeling in de vorm van een maandelijkse aanvullende uitkering op de WW-uitkering. Dat laatste is inmiddels gestopt op grond van de maximale termijn. Nu moet betrokkene eerst haar spaarpotje leeg eten alvorens in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering.

Immers men mag maximaal over € 5.795,- beschikken. De rest moet worden opgesoupeerd en pas daarna kom je voor een uitkering in aanmerking. Het spaargeld is bedoeld om de hypotheek te verlagen. Door de economische situatie van de afgelopen jaren is de woning minder waard geworden dan de hoogte van de hypotheek. Daarnaast is de waarde van het beleggingsplan aanzienlijk minder geworden ondanks de trouwe maandelijkse inleg.

De woordvoerder van de Sociale Dienst verkondigt, dat het spaargeld en het beleggingsplan moet worden benut alvorens een uitkering te kunnen verkrijgen. Maar er is nog meer en daar zijn vraagtekens bij te zetten.

In 1995 verscheen een brochure bij “Postbus 51” met de titel “Voor een goed pensioen moet u zelf ook iets doen”. Propaganda voor een lijfrenteplan, waarbij de financiering uit spaarloon voortkwam. De maandelijkse premie was fiscaal aftrekbaar. Inmiddels is door de financiële situatie van betrokkene de premiebetaling stopgezet. In het kader van de bijstandsaanvraag is door de beambte van de Sociale Dienst verkondigd, dat ook dit spaarplan moet worden opgesoupeerd.

Als dat gebeurt, zal toegekende en uitbetaalde belastingteruggave onterecht zijn. De Belastingdienst zal de in de loop der jaren toegekende belastingteruggave opeisen, verhoogd met wettelijke rente. In de huidige economische situatie zou het betekenen, dat betrokkene de volledige waarde van het lijfrentespaarplan aan de Belastingdienst moet betalen.

De Sociale Dienst heeft hier geen voordeel bij en betrokkene is ineens haar spaarpotje kwijt, die pas zou uitkeren na pensioendatum. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Daarom pleit ik voor vrijstelling van lijfrentespaarplannen in de beoordeling van bijstandsaanvragen.

Luc Rengers