Door op 30 oktober 2013

Weblog: De lokale democratie verliest aan betekenis, wat te doen?

Wat als alleen nog op hoofdlijnen iets kan worden ingebracht door burgers of hun volksvertegenwoordigers. Alleen gereageerd kan worden op vage contouren? Wat als de standpunten en meningen van burgers of hun volksvertegenwoordigers op belangrijke onderwerpen en thema’s, zelfs op het niveau van lokale aangelegenheden, veelal niet meer mogen zijn dan een zienswijze? Een ‘wat als’ beschouwing? Dacht ik niet.

In de begrotingsvoorstellen voor 2014 van onze gemeente waren de opstellers, ergens in het lijvige document 270 pagina’s), zo aardig om de lijst van zogenaamde verbonden partijen waarmee Assen werkt, op te sommen.

De lijst strekt zich uit tot 22 verbonden partijen waarvan, naar mijn mening, 7 a 9  inhoudelijk extra van belang zijn en waarmee veel geld gemoeid is.

Verbonden partijen is jargon voor formele (contractuele) samenwerkingsverbanden met partijen over onze gemeentegrenzen heen. Dit ten behoeve van het organiseren van zaken die (onderhand) onze gemeentelijke belangen/mogelijkheden/capaciteiten overstijgen. De meest belangrijke: Alescon, de Gemeentelijke Kredietbank GKB), de Regio Groningen Assen (RGA), de Veiligheidsregio Drenthe (VRD), de GGD, de Intergemeentelijk Sociale Dienst (ISD), de Regionale UitvoeringsDienst (RUD).
Dit is de situatie tot op heden en daar zal het niet bij blijven. Steeds meer onderwerpen zullen in samenwerkingsverbanden over onze gemeentegrenzen heen moeten worden georganiseerd/gefinancierd/uitgevoerd. Politieke beschouwingen over de demografische organisatie van ons land worden al langer aangekaart (o.a. door D66) en ook onze minister Plasterk heeft sterk ingestoken op demografische organisatie-eenheden van 100.000+ inwoners. Hij heeft de ‘fusieverplichting’ voor gemeenten weliswaar losgelaten maar de toon is gezet. Daarbij geven de ontwikkelingen vanuit de grote decentralisaties (Jeugdzorg, AWBZ, de Participatiewet, Passend onderwijs) aan dat de kleinere gemeenten het zelfstandig/alleen niet kunnen, niet moeten willen. Het Rijk verplicht zelfs op (specialistische) onderdelen van de decentralisaties een bovenlokale/regionale samenwerking.

Al met al kent iedereen onderhand wel het begrip regionalisering en begrijpt ook het nut er van; effectiever, efficiënter, goedkoper, overzichtelijker, …… .

Ik begrijp de ontwikkelingen en heb daarmee geen moeite. Maar waar ik onderhand wel vraagtekens bij plaats is de positie en betekenis van de gemeentelijke politiek ten opzichte van de verbonden partijen.

Ten aanzien van veel genoemde ‘verbonden partijen’ ben ik er al gewend dat wij als fractie(s) bij het vaststellen van jaarverslagen/jaarrekeningen door het college alleen maar een zogenaamde zienswijze ‘mogen’ (lees; hoeven) opstellen en daarvoor vaak al een door het college voorgekauwde tekst aangeleverd krijgen.

Als gemeenteraadslid sta je in dergelijke dossiers op grote afstand (letterlijk/figuurlijk en heb je geen grip op de materie, heb je geen concrete, merkbare invloed. Maar ook de samenwerkende gemeenten en de daaruit samengestelde raden van bestuur maken de aansturing niet waar. Verschillen in belangen (onder andere strategische, financiële, politieke) maken de aansturing en beheersing van een gemeenschappelijke regeling complex.

Veel verbonden partijen (of gemeenschappelijke regelingen) zijn in deze omstandigheden daarom te autonoom (machtig) geworden. Er gaat veel geld in om, ze hebben een eigen management/bestuur en ontwikkelen naast hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de opdrachtverstrekkers (gemeenten) een eigen strategie, geldings-/overlevingsdrang en, …. is er sprake van institutionalisering (wat te denken van het voorbeeld UWV).

Maar terug naar de kern van mijn betoog, bovenstaand onderbouwd de stelling dat de gemeentelijke politiek aan betekenis verliest en daardoor de lokale democratie aan betekenis verliest..

Het verbaast mij dat dit niet al eerder een onderwerp van gesprek is geworden, …… op initiatief van de gemeentelijke politiek zelf.

Wil de gemeenteraad haar controlerende en kaderstellende taken waarmaken dan zal er iets moeten gebeuren, zeker nu de gemeenten als 1e overheid er een zeer belangrijk pakket aan taken bij krijgen. Een pakket aan taken en verantwoordelijkheden die de belangen van de burgers direct raken.

De decentralisatie van bijvoorbeeld de jeugdzorg organiseren met behoud van 41 daartoe aangemerkte regio’s in Nederland en daarop 408 gemeenteraden hun controlerende en taakstellende taken laten uitvoeren, ……………………. …. gaat niet werken.

In de tegemoetkoming van Plasterk om af te zien van de dwang voor gemeenten om te fuseren tot 100.000+ gemeenten maar daarentegen te volstaan met een ‘opdracht’ tot niet vrijblijvende samenwerking, gaat voorbij aan de hierboven geschetste consequentie voor de politieke betekenis van gemeenteraden. En naar mijn mening is dit een ernstig probleem waarvoor serieus aandacht moet zijn.

Er van uit gaande dat mijn stellingname wordt herkend breng ik ten behoeve van de te voeren discussie hierover alvast 2 opties.

1. Alsnog opschalen/fuseren van kleinere gemeenten tot 100.000+ gemeenten.
2. Vanuit de verschillende gemeenteraden van deelnemende gemeenten, deelraden per gemeenschappelijke regeling organiseren op basis van het naar rato beginsel; aantallen raadsleden en politieke kleuren/partijen

Martin Sagel